Jezus komt spoedig

Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. – Joh. 14:6

Artikelen

In dit thema kunt u verschillende artikelen lezen. De artikelen gaan over (algemene) Bijbelse onderwerpen, profetische onderwerpen en onderwerpen die betrekking hebben op misleidende leringen. Ik bid dat het voor u tot zegen mag zijn!

Beijver u om uzelf welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord van de waarheid recht snijdt.
– 2 Timotheüs 2:15

2022-10-31

Oordeel of verzoening?

Nu dan, richt uw hart en uw ziel erop om de HEERE, uw God, te zoeken. Sta op en bouw het heiligdom van de HEERE God, zodat men de ark van het verbond van de HEERE en de heilige voorwerpen van God in dit huis kan brengen, dat voor de Naam van de HEERE gebouwd zal worden.
– 1 Kronieken 22:19

God wil een heiligdom voor Zichzelf. Er mocht niet eerder in de tabernakel iets worden opgericht, voordat Gods heiligdom daar klaar was en de ark was afgesloten met het verzoendeksel. Eerst moest Gods Troon – de Troon der Barmhartigheid – onder het volk zijn opgericht en zo is het geestelijk gezien vandaag de dag nog net zo.

Eerst zal de Here Zijn heiligdom in ons leven en in ons midden moeten kunnen oprichten, alvorens Hij Zich door ons leven en door middel van de Gemeente kan openbaren. Dan hoeven we onszelf niet langer te manifesteren, dan gaat God Zich manifesteren.

Het verzoendeksel – een prachtig beeld van Christus – bedekte de ark, waarin onder andere de wet was gelegen, de geboden van God. De barmhartigheid, de genade van God staat er voor in, dat de wet en daarmee het oordeel, bedekt is, omdat het verzoendeksel de plaats is, waar het bloed werd gesprenkeld, waar verzoening werd gedaan voor de zonden van het volk.

Zo is Yeshua, de Messias, door Zijn lijden en sterven voor ons tot een verzoendeksel geworden; Hij is onze Bedekking en daarmee is Hij ook het Hoofd van de Gemeente, zoals de man het hoofd, de bedekking is van de vrouw. Als we Hem niet de plaats geven, die Hem toekomt, dan zetten we Hem in feite buiten de deur (Openb. 3:20).

Wanneer er zonde is in onszelf of in de Gemeente, dan verwijderen we daarmee het verzoendeksel van de ark en zal de wet (het oordeel) vrijkomen. Dan zijn alle andere voorwerpen in de tabernakel van geen nut.

We kunnen offeren wat we willen, het zal ons niet baten.
We kunnen onszelf onderdompelen in het wasvat, maar het zal ons niet reinigen.
We kunnen de lampen van de kandelaar ontsteken; het zal geen licht 
verspreiden.
We kunnen de toonbroden vers uit de oven halen; het zal ons niet voeden.
We kunnen wierook en vuur leggen op het reukofferaltaar, maar onze gebeden 
en onze lofprijs zullen God niet bereiken (Jes. 1:10-17).

Laten we éérst zorgen dat we leven onder de bedekking van God’s barmhartigheid in alles wat we doen, denken en vooral in alles wat we zeggen. Oordelen brengt oordeel voort.  Laster en roddel is als gif wat het Lichaam verlamt. Ook daardoor lichten we het verzoendeksel van de ark, net als door ons eigen handelen, wrok en bitterheid.

De tragedie is dat het lichaam van Christus zichzelf heeft verwond en gepijnigd door satan de gelegenheid te geven zijn vernietigend werk te doen. In Jesaja 5:8-24 lezen we van het 6-voudig  “wee” dat Jesaja uitsprak. Dat “wee” kwam op hemzelf terug toen hij de heerlijkheid van God aanschouwde. Hij kwam niet verder dan te zeggen:

“Wee mij, want ik verga!
Ik ben immers een man met onreine lippen
en woon te midden van een volk met onreine lippen.
Mijn ogen hebben namelijk de Koning, de HEERE van de legermachten, gezien.”

Hem moest – net als bij ons – de lippen worden aangeraakt met een gloeiende kool van het altaar. Dat doet pijn, maar is de enige remedie. De pijn in het Lichaam is alleen weg te nemen door de pijn van de heiliging, als Gods Geest komt met vuur om onze lippen aan te raken en ons te heiligen.

En wanneer dan – net als bij Jesaja – onze ongerechtigheid is geweken en onze zonde verzoend, dan zal de Here vragen: “Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? Pas dan kunnen ook wij zeggen: “Hier ben ik, zend mij”.

Sta op dan! Bekeert u! En bouw mee aan het heiligdom, opdat God woning kan maken in ons midden. Geef de ark en het verzoendeksel de plaats, die ze naar Gods inzettingen behoren in te nemen in uw leven en in de Gemeente. Dan zullen de heilige voorwerpen hun dienst kunnen doen en aan hun doel beantwoorden!

We hebben de bediening der verzoening ontvangen (2 Kor 5:17-21) maar hoe zouden we die kunnen uitoefenen als we niet eens in staat zijn zèlf tot verzoening onder elkaar te komen?

Laten we onze lippen gebruiken om zegen uit te spreken over elkaar, over de Gemeente, over de plaats en het land waar we gesteld zijn. En laten we ophouden elkaar te oordelen en te bekritiseren. Dan zal er geen oordeel vrijkomen, maar een geest van verzoening, die tot opwekking zal leiden. De keus is aan onszelf: oordeel of verzoening.

In Ezechiël 9 en 10 lezen we van een man in een linnen gewaad, die een schrijfkoker aan zijn zijde droeg en God zei tot hem:

“Vul Uw beide handen met vurige kolen uit de ruimte tussen de cherubs, en strooi ze uit over de stad.”

God stelt ons voor de keus of de vurige kolen bestemd zullen zijn als teken van oordeel (Openb. 8:5) of een beeld van het reinigende en heiligende werk van de Geest Gods.

Wanneer we met elkaar voor verzoening en daarmee reiniging kiezen:

DAN ZULLEN DE GOEDERTIERENHEID EN DE WAARHEID ELKAAR ONTMOETEN;
DE GERECHTIGHEID EN VREDE ELKAAR KUSSEN (Ps. 85:11).

Paul Verhoeven

Admin - 23:09:19 @ Profetisch | Een opmerking toevoegen

 


 

E-mailen
Map
Info
Instagram